Augustus 1917. De mandenmakerij aan Bunderstaat 52. De vierde generatie Toon Kooijmans (Antonius Henrikus Kooijmans) staat links van de deur opening. Hij nam het bedrijf over van pa in 1922. De bedrijfsnaam werd firma A.H.Kooijmans. Het bedrijf draagt nu 100 jaar zijn naam.
Augustus 1917. De mandenmakerij aan Bunderstaat 52. De vierde generatie Toon Kooijmans (Antonius Henrikus Kooijmans) staat links van de deur opening. Hij nam het bedrijf over van pa in 1922. De bedrijfsnaam werd firma A.H.Kooijmans. Het bedrijf draagt nu 100 jaar zijn naam.

‘Iedere generatie doet er een bepaalde schep bovenop’

Zakelijk Zakelijk 1.462 keer gelezen

SCHIJNDEL | In deze rubriek spreken we Schijndelse families die een bedrijf runnen. Dat kan jaren terug gaan, met wortels in de eerste helft van de vorige eeuw. Maar het kan ook een bedrijf zijn dat veel minder lang bestaat. Als het maar familie is dat samen aan het roer staat. In deze editie het oudste familiebedrijf van Schijndel, zelfs van Meierijstad. Enkele weken geleden schreven we over de wisseling van de wacht bij A.H. Kooijmans en Zonen bv. Met Tijn Kooijmans komt een zevende generatie aan het roer. Afgelopen week pakten we de tijd om verder op de familiehistorie in te gaan. En natuurlijk bespraken we alledaagse dingen die een familiebedrijf uniek maken. Het werd een gesprek met vader en zoon.

Door: Jeroen van de Sande

Na een kleine zoektocht naar Martien, kon het interview pas echt beginnen. “Hij weet alles van de geschiedenis”, glimlacht Tijn. Daar moet je bijna voor gestudeerd hebben. Binnen een paar minuten komen er zoveel namen voorbij... Wat wil je als de oorsprong van het bedrijf zo’n 250 jaar geleden is ingezet? De komst van de aardappelteelt is de basis van alles, zo vertelt Martien. “De aardappel was uniek. Het kon een heel volk voeden! Daarmee werd een groot probleem opgelost. Ook bracht het nieuwe beroepen. André Kooijmans werkte in Den Dungen bij zijn vader op de boerderij boer en startte met het vlechten van manden. De aardappels moesten immers van het veld gehaald worden. Toen hij trouwde met Toos Lindemans uit Sint-Michielsgestel en in 1813 het Koninkrijk der Nederlanden ontstond, verhuisden ze naar Schijndel”, lepelt Martien op. Hij legt uit dat de grondlegger van de huidige bedrijfsnaam ene Toon Kooijmans is, de vierde generatie. Hij nam de mandenmakerij over van vader Hans en was de eerste die na de oorlog insprong op een vraag. Mensen hadden behoefte aan gereedschappen en Toon startte met het maken van stelen. Dat gebeurt tot op de dag van vandaag nog steeds, al is alles een stuk uitgebreider geworden.

Ontwikkelen
Tijn zit zo geïnteresseerd naar zijn vader te luisteren alsof hij het verhaal voor het eerst hoort. “Je kunt wel zeggen dat iedere generatie er een bepaalde schep bovenop doet”, merkt de nieuwe directeur op. “Iedere tijd heeft zo zijn uitdagingen en het is een kwestie van vooruit proberen te denken. Als je onze bedrijfsgeschiedenis ziet, dan is dat altijd gebeurd. Natuurlijk waren er ook moeilijke tijden, maar door innovatief te zijn en door te durven zijn we er altijd door gekomen. Zo zagen Harrie en Dré Kooijmans (de vijfde generatie) in dat er geen toekomst was voor gevlochten manden. Zij hebben toen vol ingezet op de ontwikkeling van stelen. Ook mijn vader heeft zijn stempel gedrukt. Hij heeft machinaal stappen gezet en zag in dat de handel breder ingezet moest worden. Als we alleen met stelen door waren gegaan, was het erg lastig geworden.” Martien beaamt dat. Hij kwam in 1979 in de zaak. Dat was vlak na een periode dat het hele land haar infrastructuur aan het opbouwen was. “Het leek wel of iedereen een schop moest hebben”, denkt de nestor aan die tijd terug. Toch gooide hij het over een andere boeg. “De markt was aan het veranderen. Wij zijn er voor gaan zorgen dat we allerlei soorten gereedschappen en benodigdheden zijn gaan verhandelen. Wist je dat een groot deel van de kniebeschermers in de professionele sector via ons komt?” Martien noemt nog meer voorbeelden. De firma Kooijmans blijkt een grote speler.

(Te)veel uitdagingen
Als je de heren zo hoort praten dan klinkt het heel logisch dat het bedrijf van generatie op generatie is door gegeven. Voor Martien geldt dat – “Voor mij was het vanzelfsprekend”, zegt hij - maar voor zijn zoon Tijn niet direct. Hij bewandelde het pad met een flinke omweg. Tijn studeerde aan de TU/e, had dertien jaar een ontwerpbureau in Amsterdam, maar na verloop van tijd begon zijn liefde voor het familiebedrijf te borrelen. “Ik werd getriggerd door mijn vriendin. Toen ze haar vader verloor zei ze dat ze vaker met hem dingen had willen doen. Het wordt steeds waardevoller om samen tijd door te brengen. Daarnaast zag ik door mijn ervaring in mechanica en elektronica dat het bedrijf mijn hulp goed kon gebruiken.” Martien had Tijn nooit gepusht, maar was uiteraard erg blij met zijn zoons beslissing. “Ik was verrast, maar het kwam ook op precies het juiste moment. We hadden (en hebben) zoveel uitdagingen. Dat kon ik niet altijd meer bolwerken. Soms was het plezier even weg.” “Nu zit het niet alleen meer in zijn hoofd”, zegt Tijn.  

Hoewel het in de geschiedenis van het familiebedrijf heus niet altijd rozengeur en maneschijn is geweest, verloopt de relatie tussen vader en zoon gesmeerd. Voor het overgangsoverleg hadden ze een hele ochtend uitgetrokken, maar het was binnen tien minuten beklonken. “Hoe het hier gaat, is heel waardevol. We hebben nooit onenigheid”, zegt Tijn. “Jawel hoor”, lacht Martien. “Over mijn nieuwe starttijd was ik het niet eens!” Van Tijn mocht Pa niet meer zo vroeg beginnen, maar hij was weer eens een kwartier te vroeg vanmorgen. “Daar moeten we het nog even over hebben”, grapt Tijn.

Afbeelding
Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant

Het laatste nieuws

Uit de krant