Afbeelding
Foto: Mooi Oud Nieuws

Het Bijengilde

Tijdens de Paaswake heeft in iedere katholieke kerk tijdens de liturgie van die dag de litanie van Allerheiligen geklonken. Een van hen is de Heilige Ambrosius met als bijnaam ‘van Milaan’. We kennen hem als een van de oude kerkvaders uit de 4e eeuw na Christus 339-397. Hij werd geboren in het toenmalige West-Romeinse Rijk in de stad Trier. Ambrosius stierf op 4 april 397 en ligt begraven in een crypte in de basiliek van Milaan. Hij is uiteindelijk bekend geworden als de patroon van de imkers of bijenhouders. De legende vertelt dat boven de wieg van Ambrosius een zwerm bijen vloog. Die bijen druppelden honing in de mond van de toenmalige baby. Veel later schreef men over hem dat al zijn redevoeringen overkwamen als zijnde ‘zo zoet als honing’. 

Gekoppeld aan de bedrijfsvoering op het platteland speelden destijds de bijenhouders of ‘bieboeren’ zoals ze ook werden genoemd een belangrijke rol. 

De bijenteelt had een hoge vlucht genomen en er waren imkers die wel over 200 tot 300 bijenkorven beschikten. Voor het bijenvolk waren o.a. koolzaad, boekweit en heidebloemen sterk in trek, maar daarnaast ook klaver, vruchtbomen, linden etc. Het was daarom niet verwonderlijk dat in bijna elke plaats in Brabant en daarbuiten wel een bijengilde bestond. 

Voor de historie van het Schijndelse bijengilde, dat aan de Theologische Faculteit van Leuven hun bijentiende moesten betalen, zijn we in de oude stukken van de historische werkgroep gedoken, die in de jaren ’90 van de 20e eeuw nog superijverig alle oude teksten uit het archief van Schijndel keurig netjes op papier uitschreven. Van digitaal werken was toen nog geen sprake en gelukkig zijn die ‘kladnotities’ tot op heden op de heemkamer zorgvuldig bewaard in een serie ordners. De voorlopig oudste aantekening over het gilde dateert van rond 1637 zoals vermeld in een schepenakte dd. 9 februari 1640. 

Voor de toenmalige schout van Schijndel Niclaes van Griensven verscheen Lambert Henricx van Delft [58 jaar], Hanrick Lamberts van Delft [14 jaar], Hanrick Jan Lenerts van Roggel [30 jaar] en Denis Gijsberts [leeftijd niet gegeven]. De 58-jarige Lambert legde in het bijzijn van alle anderen een verklaring af over de praktijk die de bijenhouders veelvuldig toepasten, door hun bijenkorven nl. massaal over te brengen naar locaties in de Brabantse Peel. Zo had ook Lambert zijn bijenstokken in 1637 meegegeven en Willem Gerit Hanrick Goessens zou ze daar t.z.t. terughalen. Eenmaal terug in Schijndel ging Lambert dus zijn bijenstok bij Gerit ophalen tegen betaling van 5 oort stuivers. Tot zijn grote verbazing maakte Willem hem wijs dat zijn bijenstok uit de heide te Boekel was gestolen en dat hij wel tot vijf of zes keren geprobeerd had te achterhalen waar die korf in Godsnaam gebleven zou kunnen zijn. Uit de verklaring bleek dat de korf ten slotte op ’n dag was overhandigd aan de schout van Boekel en daar in bewaring was gehouden vanaf 23 maart 1639. Het blijft gissen van wat er in werkelijkheid was gebeurd! Misschien volgt nog wel ’n keer een column n.a.v. de Schijndelse bijenteelt!

bron: BHIC toegang 5122 inv.nr.71 scan 533 e.v. ; een oort stuiver is vergelijkbaar met ¼ stuiver en in Brabant in zwang tot aan de Franse Tijd